Speurtocht naar de restanten van havezate Dunningen
De vorige aflevering van mijn serie over vondsten in het Reestdal eindigde met een vraag over vondsten die juist niet werden gedaan.
Daarbij moest ik terugdenken aan de ervaringen die wij als bestuur van de Historische Vereniging hebben opgedaan in een poging om meer duidelijkheid te verkrijgen omtrent de standplaats van de voormalige havezate Dunningen.
Zoals u weet waren er vroeger in ons gebied langs de Reest meerdere havezaten en adellijke huizen. Bekende nog bestaande huizen zijn de Havixhorst, Dickninge en Voorwijck.
Ten oosten van de Wijk zijn er nog twee havezaten geweest en wel "De Esphorst" en "Dunningen". De Esphorst was gelegen aan de Respersweg tussen Haalweide en IJhorst. De naam Respersweg komt hier vandaan, het is een verbastering van "Esphorsterweg".
Iedereen in de Wijk en omgeving heeft wel eens gehoord van de naam "Dunningen". Dat dit een voornaam huis is geweest en wie de bewoners waren, kunnen we lezen in 't Olde Karspel van maart 2002.
Maar wáár dit huis precies stond, is minder bekend. Dit komt waarschijnlijk mede doordat het huis een aantal keren is afgebroken en opnieuw weer opgebouwd.
In totaal zijn er 3 standplaatsen bekend. De oorspronkelijke bouwplaats moet geweest zijn ongeveer op de plaats waar nu de uitbreiding van het kerkhof aan de oostzijde is. Bij de aanleg van deze uitbreiding zijn er namelijk een aantal kloostermoppen gevonden die vrijwel zeker afkomstig zijn van huize Dunningen.
De tweede locatie moet volgens een oude afbeelding geweest zijn in een perceel land dat nu eigendom is van de familie Rijkaart, gelegen tussen de Haalweidigerweg en de Koesteeg, een thans niet meer in gebruik zijnde zandweg.
De derde en laatste plaats moet verder oostwaarts worden gezocht in een weiland dat nu toebehoort aan de familie Jansen aan de Haalweidigerweg.
Met enige fantasie is er hier in het landschap iets te herkennen als een rechthoekige verhoging in het land, omgeven door een verlaging, wat zou kunnen duiden op een gracht.
Over het wanneer en waarom van al deze verplaatsingen is veel onduidelijkheid.
Als Historische Vereniging wil je toch graag wat meer helderheid hebben en daarom besloten wij om de hulp in te schakelen van een wichelroedeloper. MIsschien konden we via hem wat meer te weten te komen.
Wichelroedeloper
Op een koude natte zaterdagochtend in oktober 2008 gingen we, een aantal bestuursleden, met hem het terrein in.
Onze wichelroedeloper was er een van het kordate type en hij had dan ook al snel de bewuste locaties opgespoord. Met zijn wichelroede liep hij door het land en aan de hand van het al dan niet uitslaan van zijn wichelroede kon hij ons met stelligheid vertellen waar o.a. de muren hadden gestaan, waar de vuurplaats was geweest, de plaats van de deuren en poorten en de omvang van de slotgracht.
De meeste aanwezige bestuursleden waren aanvankelijk zeer sceptisch over het wichelroedelopen maar doordat hij een betrouwbare indruk maakte en erg zelfverzekerd was, neigden de meesten na afloop van de sessie ertoe om deze man te geloven.
Zelf had ik ook deze neiging en ik vond het dan ook jammer dat wij d.m.v. grondboringen geen tastbare aanwijzingen kregen.
Ik had op zijn minst verwacht dat er steenresten naar boven zouden komen of zwarte doorwerkte grond, ten bewijze dat hier iets geweest moest zijn.
Dat er bij de tweede en derde locatie geen steenresten zijn gevonden, en wèl op de plek in de buurt van het kerkhof, wil niet zeggen dat ze er niet geweest zijn. Het was namelijk in die tijd gebruikelijk om bij afbraak van een huis de stenen mee te nemen naar de volgende bouwplaats. Stenen waren namelijk relatief duur.
Compositietekening
Op basis van de aanwijzingen van onze wichelroedeloper heeft bestuurslid en architect Jan Snijder opmetingen gedaan en later een compositietekening van de plattegrond gemaakt. Daar zullen we het voorlopig mee moeten doen.
Natuurlijk is het met dit soort toch enigszins occulte zaken ook zo dat je erin moet geloven totdat het tegendeel bewezen is.
Misschien komt dit hele verhaal u wat onbetrouwbaar over, juist omdat we gebruik hebben gemaakt van de diensten van een wichelroedeloper. Deze mensen worden evenals andere alternatievelingen zoals kwakzalvers en wonderdokters bij voorbat een beetje verdacht bevonden door de nuchtere huidige generatie. Men treedt deze mensen dan ook met enige scepsis tegemoet, en misschien wel terecht.
Toch werd er vroeger veelvuldig gebruik gemaakt van hun diensten; de wetenschap was immers nog onderontwikkeld en het (bij)geloof van de mensen was groot.
Aardstralen, wateraders en leylijnen
Voordat men vroeger een nieuwe kerk of ander belangrijk gebouw ging bouwen, werd eerst door een wichelroedeloper bepaald wat de gunstigste plek was.
Zo'n man kon met behulp van wichelroede of pendel de aanwezige geopatische straling, zeg maar aardstralen, opsporen. Op negatieve stralen, vaak wateraders, moest men niet gaan bouwen of wonen, het beste was om op een kruising van de zogeheten "leylijnen" een bouwplaats te bepalen.
Leylijnen zijn een denkbeeldig lijnennet dat zich rondom de gehele aarde bevindt. Het is bekend dat met name in Engeland alle kerken zich bevinden op een kruising van zulke leylijnen. Deze kruisen elkaar meestal op de plaats van het altaar of in het liturgisch centrum.
Ook bij de plaatsbepaling van een nieuwe waterput werd eerst de hulp ingeroepen van een wichelroedeloper. Hij kon met zijn roede de ondergrondse wateraders opsporen en op basis van zijn bevindingen werd dan de bron geslagen, meestal met succes.
Ik denk dat inmiddels een aantal onder u, lezers, is afgehaakt omdat het ze allemaal te zweverig begint te worden. Wat je niet ziet, is er immers niet. Maar zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet. Immers, radiostraling, elektriciteit en magnetisme zie je ook niet, maar het is er wel degelijk.
Natuurlijk is er in het verleden en ook nu nog wel veel misbruik gemaakt van het (bij)geloof van de mensen en vooral van mensen met problemen en ziekten.
Onbetrouwbare wichelroedelopers en kwakzalvers probeerden de mensen allerlei middeltjes en apparaten aan te smeren waarmee ze van hun klachten af konden komen. Vaak werd het de mensen die een aardstraalkastje aanschaften, uitdrukkelijk verboden om in het kastje te kijken. Dit zou de werking tenietdoen, maar in dit soort gevallen bleek het domweg om oplichterij te gaan en de gewenste gunstige uitwerking bleef dan ook uit.
Het is daarom niet verwonderlijk dat er in de loop der tijden veel weerstand is ontstaan tegen het fenomeen wichelroedelopen en kwakzalverij. Het heeft er zelfs toe geleid dat er op een gegeven moment door de kerk een verbod is uitgevaardigd om van de diensten van deze mensen gebruik te maken. Vanaf die tijd werden de kerken gebouwd op de plek die niet de wichelroedeloper, maar het kerkbestuur het best achtte.
De waarheid zal zoals gewoonlijk wel ergens in het midden liggen. We moeten niet vergeten dat, wanneer je ergens vast in gelooft, deze overtuiging een heilzame uitwerking zal blijken te hebben op je algemene gevoel van welbevinden.
Gaandeweg zijn we van een onschuldige onderzoeksessie in het Wijker landschap in de alternatieve sfeer beland en daar wil ik een volgende keer graag iets meer over vertellen.
We zullen dan eens gaan kijken hoe het is gesteld met vroeger veel voorkomende spoken, geesten, heksen, heelmeesters en kwakzalvers, want ook zij hebben ooit een belangrijke rol gespeeld in het Reestdal en daarbuiten.