Bevolking
Van alle provincies in Nederland, is Drenthe in 1864 het minst bevolkt in verhouding tot het oppervlak. In vroegere eeuwen woonden er ook niet veel mensen. Wel wijzen de zogenaamde hunebedden, tumuli en oude legerplaatsen op de aanwezigheid van machtige volksstammen, doch waarschijnlijk waren dit nomadische stammen, die van de jacht en de veeteelt leefden.
Het enige overblijfsel van een vestiging is de in 1843 gevonden stad Hunsow. Volgens de overlevering en het verhaal van de geschiedsschrijver Picardt, heeft die stad gestaan in de gemeente Odoorn, tussen de gehuchten Exlo en Valthe, en zou in het begin van de negende eeuw zijn verwoest. In het Provinciaal Verslag van 1844 is geschreven dat er een aantal regelmatige straten voorkomen, aangelegd met keistenen, en in verschillende richtingen aan elkaar verbonden. Ook zijn begraafplaatsen gevonden met enkele urnen.
Een talrijke bevolking zal Drenthe nooit hebben gehad. Door de aard en de gesteldheid van de grond, het algemeen bestaand markenrecht, de gemeenschappelijke beweiding van de heide en de gebruikelijke wijze van landbouw, beletten de toevloed van vreemden. Aangezien het welslagen van de oogst vooral afhing van de hoeveelheid heidevelden (zie: hoofdstuk Landbouw), waakte men zorgvuldig dat niemand ze ontgonnen, en liet men niet meer arbeiders toe dan men nodig had.
Waarschijnlijk is de bevolking van Drenthe gering gebleven totdat de eerste kanalen gegraven werden, zoals de Hoogeveense Vaart, waarmee in 1623 begonnen is. Vanaf dat tijdstip begint de uitbreiding van Meppel. Deze stad had in 1795 reeds 800 huizen, en 4000 inwoners, terwijl Hoogeveen een bevolking had van 5000 mensen en circa 850 huizen. Maar vooral in de laatste halve eeuw, sinds men met de verdeling van de Markegronden is begonnen, is de bevolking snel toegenomen. In de laatste jaren van de 18de eeuw waren er in Drenthe 15 inwoners op de 100 bunders, in 1863 waren dat al 39 op de 100 bunders, een toename van 169 procent, terwijl dat voor heel Nederland maar 81 procent was.
De bevolking van Drenthe:
Jaar | Inwoners |
---|---|
1773 1796 1815 1830 1835 1840 1845 1850 1855 1860 1863 |
ca. 35600 39672 46459 63868 67230 72484 79110 83675 90578 95819 102255 |
De bevolking van het Reestdal:
Gemeente | 1808 | 1830 | 1840 | 1850 | 1860 | 1863 |
---|---|---|---|---|---|---|
Drenthe Meppel Ruinen Ruinerwold De Wijk Hoogeveen Zuidwolde |
41154 3798 1082 1242 1428* 4500 600 |
63868 5682 1624 1548 1650 6164 1423 |
72484 6070 1916 1700 1803 6995 1725 |
82738 6402 2220 1829 2018 7253 2148 |
94416 6788 2669 1869 2041 8995 2953 |
102255 7491 2776 1917 2147 10408 3191 |
Dankzij Koning Lodewijk Napoleon is Assen qua bevolking gegroeid van slechts 621 inwoners in het jaar 1808 tot 5899 inwoners in 1863, een toename van 5278 inwoners, en daarmee de vier na grootste plaats in Drenthe (na Hoogeveen, Meppel en Norg). Napoleon maakte van Assen de hoofdstad van Drenthe, en schonk een aanzienlijk bedrag tot aanbouw van huizen. Hij had ook het voornemen er een paviljoen of zomerverblijf te bouwen en een opvoedingsgesticht. Deze plannen konden door de val van het Napoleontische Rijk geen doorgang vinden.
De aanzienlijke bevolkingstoename, is voor een deel toe te schrijven aan de vestiging van bewoners uit andere provincies en Duitsland. In de periode 1847 tot 1863 vestigden 8400 vreemdem zich in Drenthe. Vooral in het zuid-oosten van Drenthe kwamen velen uit het naburige Hannover. De toevloed van Duitsers zou groter zijn geweest als de grensovergang gemakkelijker geweest was. In 1846 is het grenstractaat (van 2 juli 1824) weliswaar versimpeld, maar toch waren de nieuwe bepalingen niet vrijgevig genoeg, om een grote toestroom te bewerkstelligen.