't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

't Nut in de Wijk

door Hendrik Spijkerman

Enkele jaren geleden heeft Louis Timans in 't Olde Karspel uiteengezet hoe de Fortis bank hier in de Wijk is ontstaan (5e jrg. no.4). Uiteraard moest daartoe worden verwezen naar de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die in Nederland in het leven was geroepen door Jan Nieuwenhuyzen te Edam op 18 november 1784. Het zou tot 21 oktober 1853 duren voordat de Wijk en omgeving een afdeling ("Departement") van deze vereniging kon begroeten. Op die bewuste avond waren 10 notabelen bijeen, waaronder de heer H. E. Lubbers, hoofdonderwijzer in de Wijk. In een boek van Prof. Blink (een weg in de Wijk is naar hem vernoemd) heb ik gelezen hoe hoog werd opgegeven van deze heer Lubbers en dat sterkt mijn vermoeden dat hij wel eens de initiatiefnemer zou kunnen zijn geweest tot de oprichting van dit Departement.
Hieronder volgt in z'n geheel de brief die destijds is geschreven:

Weledele Heeren!
Wij hebben de eere en het genoegen U Weledele, bij deze, kennis te geven, dat zich op gisteren, den 21 October, heeft geconstitueerd een Departement De Wijk der Maatschappij tot Nut van het Algemeen, voorlopig uit 10 leden bestaande en waarvan tot Bestuurders zijn gekozen de Heeren:
H.J. Danzon, Rijks Ontvanger tot President
G.J. van Helbergen, Verbi Divini Minister, Vice President
H.E. Lubbers, Hoofdonderwijzer, Secretaris
J. Snoeken, lid van de raad, Penningmeester
Door welk bestuur U Weledelen zoo spoedig mogelijk eene Huishoudelijke wet ter goedkeuring zal worden aangeboden.
Wij verzoeken U Weledelen en dringen er beleefdelijk op aan, dat ons Departement zoo mogelijk binnen 14 dagen officieel worde erkend met toezending der wetten, uitgegeven werken en verder stukken.
Ook stellen wij er hoogen prijs op, dat tegelijkertijd aan ons mogen worden toegezonden de uitgegeven werken waarvan sprake is bij Art. 19 der wetten, vermits reeds in onze eerste bijeenkomst is besloten een Volks-Leesbibliotheek op te rigten, die wij hopen, dat spoedig in werking moge komen.
Met den wensch, dat ons Departement zich waardiglijk moge schoren en handhaven in de rij der vele afdeelingen en in het vertrouwen op U Weledeler ondersteuning casu quo, hebben wij de eer ons met onverdeelde hoogachting te onderschrijven
Weledele Heeren! Bestuurderen van het Departement De Wijk
En in derzelver naam
De secretaris
H.E. Lubbers

In art. 2 van het algemeen huishoudelijk reglement staat te lezen:
  1. De Maatschappij stelt zich ten deel het maatschappelijk en cultureel welzijn van individu en gemeenschap te bevorderen.
  2. Bij haar arbeid gaat de Maatschappij uit van een gezindheid tot dienstverlening aan de medemens, berustende op een godsdienstige of andere levensbeschouwelijke grondslag.
  3. De Maatschappij is onafhankelijk van enige groepering van levensbeschouwelijke, politieke of economische aard. Zij streeft naar de grootst mogelijke openheid ten aanzien van het lidmaatschap der Maatschappij en ten aanzien van de deelneming aan het door haar en haar Departementen georganiseerde werk.
  4. De Maatschappij tracht haar doel te verwezenlijken langs de weg van onderwijs, opvoeding, volksontwikkeling en andere vormen van maatschappelijk en cultureel werk.

In een vergadering op 8 November 1853 werden de huishoudelijke wetten van het Departement De Wijk aangeboden en goedgekeurd.

Art. 1 hiervan luidde:
Elk, van wat rang in de burgerlijke Maatschappij hij/zij of tot welk Christelijk Kerkgenootschap hij/zij behoore zal tot lid van dit Departement kunnen worden aangenomen.

Ook komt in een artikel voor dat hij/zij die na het bepaalde aanvangsuur van de vergadering verschijnt, 5 cent boete moet betalen. Voor bestuurders gold zelfs 25 cent, wat ook van toepassing was op hen die de vergadering vroegtijdig gingen verlaten.
In de brief van de heer Lubbers wordt genoemd als vice president G.J. van Helbergen, Verbi Divini Minister, wat betekent dat hij de dienaar van Gods Woord was, dominee. Hij was predikant in IJhorst van 1832 tot 1888.
Hendrik Smits heeft voor mij opgezocht dat de dominnee op zeker moment ƒ 55,- per jaar verdiende + rogge en spek van de geloofsgemeente en ook nog een stukje land voor het houden van een koe of geit voor de melkvoorziening.
Opvallend is dat in 90% van de tijd dat "Het Nut" heeft bestaan, de voorzittershamer in handen is geweest van de predikanten van de IJhorster kerk.
Achtereenvolgens komen wij dan namen tegen van Snijdelaar, Boonstra, Homan, Peysel, Donker, v. Ewyck, v.d. Linde en Rutgers.
Andere bekende Wijker namen die in de stukken regelmatig terugkomen zijn die van W. Koops, J.S. Haalweide, K. Oostingh, G. Broekhuizen, E.Z. Oldenbanning, D.J.M.C. Otterman, K. Hoveman en Hakkert.
In 1900 telt het Departement 60 leden en ze betalen ƒ 2,50 contributie per jaar. Hoewel in het artikel van het huishoudelijk reglement staat te lezen dat eenieder van welke rang of stand kan worden toegelaten als lid, heb ik de indruk dat de meeste leden uit een bepaalde laag van de samenleving kwamen. Er werden heel wat avonden georganiseerd waar cultuur en amusement de boventoon voerden, maar er werden ook cursussen als costuumknippen, lingerie- en verstelnaaien, fluweelschilderen en kantbreiwerken gegeven. Aanvankelijk werden de avonden gehouden in café Hogenkamp, later, toen in 1924 zaal Hazelaar gereed kwam, werden ook daar activiteiten georganiseerd. Verschillende avonden werden door eigen leden ingevuld met voordrachten en lezingen. Zo werd bijv. in 1902 door de heer Koops een verhaal uit het oude Egypte verteld, de heer van Kleef hield een voordracht getiteld "List tegen List" van Justus van Maurik en de heer Hakkert droeg "Kippensoep" voor.
In de notulen van de vergadering van 22 okt. 1935 staat te lezen dat het Departement gevraagd wordt medewerking te verlenen om te komen tot oprichting van een kleuterschool. Geïnformeerd wordt in Havelte, waar al zo'n school is. Zij kunnen daar beschikken over een gratis gebouw en het loon van de onderwijzeres zijnde ƒ 2,50 per week, moet worden opgebracht door 18 kinderen. In nov. 1938 wordt de Rederijkerskamer "De Bloem" gevraagd het stuk "De Vrijbuiter" voor hen op te voeren, wat dan zal plaatsvinden in het najaar van 1939 en waar ook de in de Wijk gelegerde militairen zullen worden uitgenodigd. Daarbij zal aan hen 1 consumptie worden aangeboden; ze zullen ook 2 sigaren krijgen.
Om de behoefte aan een dorpshuis te peilen, stelt de heer Oldenbanning voor het door hem geërfde huis van K. Hoveman (nu woning van fam. v. Spijker, Dorpsstraat 5) voor de tijd van 2 à 3 jaar beschikbaar te stellen. Volgens mij is het er niet van gekomen.
In de oorlog '40-'45 werden nagenoeg geen activiteiten ondernomen, maar daarna trachtte men de draad weer op te pakken. De belangstelling was echter aan het afnemen en eigenlijk was dat niet zo verbazingwekkend. Inmiddels ontstonden er immers volkshuizen, volkshogescholen, maatschappelijk en vormingswerk en nog andere vormen van gemeenschapsgerichte activiteiten. De groep oude getrouwen raakte uitgedund en aanvulling kwam er maar moeizaam. De mobiliteit van de mensen nam in razend tempo toe, zodat culturele centra elders gemakkelijk bezocht konden worden en ook de televisie werd een algemeen gebruikt medium van vermaak en informatie. Ook de overheid is het steeds meer tot haar taak gaan zien ons een goed leven te laten leiden; het Nut was niet meer zo nodig om in die behoefte te voorzien…
Kortom, voorspoed en welvaart. Heeft het Nut in z'n totaliteit daar een bijdrage aan geleverd? Ik denk het wel, als we bedenken dat het overkoepelend orgaan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in 1796 het initiatief heeft genomen tot oprichting van de eerste kweekschool (opleiding voor onderwijspersoneel), dan moeten de mensen van toen al geweten hebben dat kennis, wetenschap een heel goede basis is voor een hogere levensstandaard.
Uit de brief van de heer Lubbers bij de oprichting van het Departement in de Wijk hebben we kunnen opmaken dat gelijktijdig met Het Nut een Volks-leesbibliotheek tot stand is gekomen. Deze heeft met de bibliothecarissen van Het Nut tot april 1974 gefunctioneerd. In dat jaar werden de activiteiten overgenomen door de Provinciale Bibliotheek Centrale te Assen.
Al op 1 dec.1959 had de Nutsspaarbank de stichtingsvorm aangenomen en op 25 sept. 1978 kwam bij de bank een statutenwijziging tot stand waardoor deze verder zou gaan als Stichting Bondsspaarbank, dus ook hier geen bemoeienissen meer. Het was dus niet zo verwonderlijk dat in de vergaderingen van 11 mei 1981 en 10 juni 1981 het bestuur tot de conclusie kwam dat hun bijdrage aan het Nut van 't Algemeen tot een minimum beperkt werd en dat doorgaan geen nut meer had. Meerdere generaties hier en elders hadden zich ingezet om de ontwikkeling van het individu en het welzijn van onze samenleving op een hoger peil te brengen. In de 128 jaar dat "'t Nut" hier heeft bestaan, zijn de mogelijkheden voor ieder om de oorspronkelijke doelstellingen te realiseren, zeer aanzienlijk vergroot. Of het geluk van de mensen in onze samenleving daarmee gelijke tred heeft gehouden, zou een aardig punt van discussie kunnen zijn.

*****