't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Grensgeval in de Stapel

door Jan Bolling

In 1811 werd door een decreet van Napoleon ons land in gemeenten ingedeeld. In Drenthe kwam men aanvankelijk tot 29 gemeenten, maar later zijn er nog 5 bijgekomen zodat het uiteindelijke aantal 34 werd. Bij de vaststelling van de gemeentegrenzen werd in principe uitgegaan van de bestaande kerspelgrenzen. Bij de Wijk deed zich de merkwaardige situatie voor dat het als kerspel geen kerk had. Bij de vaststelling van de uiteindelijke gemeentegrens kwam een deel van het kerspel Avereest te liggen binnen de gemeente de Wijk.

Erve Wildschut
De kerspelgrens tussen het kerspel de Wijk en het kerspel Avereest liep grillig door de buurtschap de Stapel. O.a. de Vuile Dijk, "Voele Diek" in het Drents, maakte deel uit van de grens. De vraag wat er nog terug te vinden is van de Vuile Dijk en de grens intrigeerde mij. Ik ben te rade gegaan bij Grietje Hogen-Esch-Stapel. Zij is opgegroeid op de Wildschutserve en is een van de laatste inwoners van de Stapel die nog de familienaam Stapel heeft. Vroeger woonden in de Stapel velen die Stapel heetten. Om aan te duiden om wie het ging, gaf men veelal bijnamen aan de persoon; het gebruik van alleen "Stapel" leidde tot verwarring.
Grietje werd geboren in een boerderij die de naam Erve Wildschut droeg en nu niet meer bestaat. Die Erve stond aan de zuidelijke kant van wat nu Stapelerweg heet, op de T-splitsing waar de Vuile Dijk richting 't Ende liep. Tijdens een gesprek met Giel van der Wal liet ik de naam Vuile Dijk vallen en van het een kwam het ander. Giel interesseert zich o.m. erg voor de geschiedenis van de Wijk en omgeving. We besloten ter plekke te gaan kijken en Jan Huizing als gids te vragen. Jan, die zijn gehele leven al in de Stapel woont, weet als geen ander hoe het met die kerspelgrens gesteld was.

Vuile Dijk
We zijn op een dag naar 't Ende gereden om daar te kijken wat er nog rest van de Vuile Dijk. We begonnen bij het informatiecentrum 't Ende van de Stichting Het Drentse Landschap; vroeger woonde hier de familie van Weijdom Claterbos.
De Vuile Dijk begint direct achter 't Ende en is vanwege de verwildering van de plantengroei niet al te gemakkelijk begaanbaar. Wat er nog zichtbaar is van de Vuile Dijk eindigt abrupt voor een weiland. Het gedeelte van de dijk dat vroeger afboog naar wat nu de Stapelerweg heet, is niet gemakkelijk meer te herkennen in het landschap. Het is opvallend dat de breedte van de dijk zodanig is dat je mag aannemen dat hij bedoeld is geweest als "verkeersweg". Het is zelfs niet onwaarschijnlijk dat hij vroeger een onderdeel was van de doorgaande weg van Meppel naar Ommen. Deze voorzichtige conclusie zou je kunnen trekken uit de omstandigheid dat de Vuile Dijk langs 't Ende loopt. En daarvan is bekend dat er omstreeks 1400 al een boerderij stond en dat er rond die tijd aan de, wat nu Stapelerweg heet, geen bebouwing was. Het gaat hier over het gedeelte van de Stapelerweg tussen de weg naar 't Ende en de boerderij die nu Stapelerweg 29 als adres heeft. De naam "Voele Diek" komt waarschijnlijk van "Schoele Diek" omdat vroeger aan deze weg een schooltje heeft gestaan. Aan de dijk staan een paar mooie oude eiken en veel opgaand hout. Halverwege zagen we een open plek die, volgens Giel, wel eens zou kunnen dienen als overnachtingsplek voor reeën. Toen ik daarover sprak met Albert Elpenhof, die er min of meer tegenover woont, werd die veronderstelling bevestigd.
Parallel aan de Vuile Dijk zie je een bomenrij die het voormalige tracé aanduidt van de tram, die hier van 1908 tot 1939 tussen Meppel en Balkbrug al stomend zijn weg vond. De tram heeft nog meer zichtbare sporen achtergelaten. Komend van de Stapelerweg staan aan de weg naar 't Ende links nog een paar betonpalen die vroeger naast de tramlijn stonden. De tram koerste uiteindelijk naar de Vuile Dijk en liep vlak langs de Erve Wildschut weer parallel aan de Stapelerweg richting de Wijk. De Vuile Dijk maakte deel uit van de vroegere kerspelgrens.

Wildschutserve
De Erve Wildschut behoorde in 1672 aan, zoals Willem Koops dat noemt in "Het vroegere Kerspel De Wijk", den Scholtes Albert van Kuyck en droeg toen de naam "Het Wildschut".
Het ligt voor de hand dat de naam verband houdt met een Schulte (Schout) voor het wild.
In de tijd dat de tram langs de Erve Wildschut liep, was deze boerderij bewoond door Albert Stapel (1878-1965) en zijn vrouw Klaasje Broekhuizen (1891-1982). Hun drie kinderen, Margje (1919-1954), Hendrik (geb.1920) en Grietje (geb.1932) werden allen op de Erve geboren. De Erve wordt voor het eerst rond 1600 genoemd en lag op de plek waar de Vuile Dijk overging in wat nu Stapelerweg heet. Het voorhuis was gericht naar het zuiden, dus identiek aan boerderij 't Ende. Albert is op de Erve Wildschut geboren. De Erve hoorde gemeentelijk bij de Wijk maar kerkelijk bij Oud-Avereest; dat was voor de jonge Albert niet praktisch, hij ging dagelijks te voet naar de lagere school in de Wijk en moest voor de catechisatielessen één keer in de week te voet naar Oud-Avereest, bij elkaar toch zo'n slordige 20 kilometer. In de tijd dat Albert de lagere school bezocht, was het schooltje aan de Vuile Dijk al ter ziele en de school aan de Leienweg zou pas in 1901 gestalte krijgen. Albert had, toen hij grond voor de aanleg van de tram moest afstaan, bedongen dat er naast zijn boerderij een halte moest komen; zoiets gebeurde wel meer.
De boerderij was een oud ongerieflijk huis. Klaasje was ook maar wat blij toen de boerderij vanwege een wegverlegging het veld moest ruimen; ze wilde wel graag wat meer comfort bij de dagelijkse werkzaamheden in de huishouding.
Er werd besloten om aan de overkant van de weg een nieuwe boerderij te bouwen; de Wildschutserve.
In 1932 werd een aanvang genomen met de afbraak van de Erve Wildschut. Het gezin van Albert en Klaasje ging wonen in het zogeheten "naovendhuus" (ovenhuis), dat naast de boerderij stond.
De boerderij werd afgebroken en de stenen afgebikt om weer gebruikt te worden voor de bouw van de Wildschutserve.
Dat afbikken ging toen gemakkelijker dan tegenwoordig dankzij een andere samenstelling van de metselspecie. De fundering en steunen voor de gebinten van de Wildschutserve zijn gebouwd met stenen van de Erve Wildschut, de grote veldkeien die gediend hebben als steun voor de gebinten van de Erve Wildschut zijn blijven liggen en bevinden zich nu nog onder het asfalt van de Stapelerweg.
In 1933 was de bouw van de Wildschutserve, nu Stapelerweg 29, voltooid en kon de familie Stapel er haar intrek nemen. Als je nu over de Stapelerweg gaat, herinnert niets meer aan de voormalige Erve Wildschut. De huidige bewoners van de Wildschutserve hebben de naam, die met witte keitjes aan de voorkant van de boerderij was geschreven, weggehaald.

De familie Stapel
Omdat er in De Stapel zoveel families woonden met de familienaam Stapel werd ter onderscheiding een bijnaam toegevoegd. Zo kende men Jan met 't gat, dikke Jan, Geuchiens Willem en Coba's Luuks.
De bewoners van de Wildschutserve droegen de bijnaam "Snuuke" afkomstig van Snoeken of Snoek. Rond 1800 woonde op de Erve Wildschut namelijk Jentje Willems (1764-1836) die getrouwd was met Jan Snoeken (1762-1828). Het echtpaar bleef kinderloos en ze namen daarom een neefje op in hun huis: Willem Jans Stapel, zoon van een broer van Jentje, Jan Willems. Neef Willem Jans erfde de boerderij van tante Jentje en oom Jan. Hij werd daarom in de volksmond Willem Snoeken genoemd.
Albert Stapel, bijgestaan door zijn vrouw Klaasje, was een niet onverdienstelijk veefokker. Menigmaal heeft hij met z'n vee op tentoonstellingen prijzen gewonnen. Die tentoonstellingen lagen niet altijd naast de deur. Zo ging hij ook een aantal keren met zijn vee naar een tentoonstelling in Den Haag. Dat was een hele onderneming: eerst moest het vee in een speciale wagon met de tram naar Meppel worden gebracht om daar te worden overgeladen in een veewagon van de NS en naar Den Haag te worden getransporteerd.
In de herfst was Albert een verwoed jager. Zijn dochter Grietje herinnert zich nog goed hoe zij in het jachtseizoen een geschoten haas naar iemand in Meppel moest brengen die in De Stapel jachtrechten had, waar Albert gebruik van mocht maken. Klaasje was een oomzegger van Geert Broekhuizen, de bekende Koekanger die o.a. gedichten en toneelstukken schreef. Geert had ter ere van de uitbreiding van de o.l.s. Koekange in 1901 een gedichtje geschreven dat Klaasje mocht voorlezen, de tekst van dit gedichtje is destijds in een fles gedaan en begraven onder een pasgeplante boom op het schoolplein. Toen de boom gekapt werd in de tijd dat de school werd afgebroken, is er echter niets van teruggevonden…

Ontgronding
De grond die rondom de Erve Wildschut lag was zogeheten "hoogland". Daar is nu vanaf de Stapelerweg niet zoveel meer van te zien, alleen ten oosten van het aannemersbedrijf Elpenhof is nog een stuk hoogland.
Het hoogland ten zuiden van de Stapelerweg en ten westen van de voormalige Erve Wildschut is afgegraven en heeft o.a. gediend voor de aanleg van het Wilhelminapark in Meppel, in 1915. Het zand werd toentertijd met de tram van de Stapel naar Meppel vervoerd.
In 1965 is de hoogte aan de noordkant van de Stapelerweg, ten oosten van boerderij die toen nog Wildschutserve heette afgegraven. Het zand, dat o.a. afgevoerd is door Transportbedrijf R. Kolk in de Wijk, is gebruikt voor aanleg van het fietspad van de Stapel naar de Wijk en voor verbetering van de Commissieweg.

Kerspelgrens
Door de verhuizing van de Erve Wildschut naar de Wildschutserve kwam de familie Stapel ook in een andere kerkelijke gemeente te wonen.
Het verschil tussen een markegrens, zeg maar de grens van de landbouwgronden, was veel strikter dan de kerspelgrens, de grens tussen kerkelijke gemeenten. Een markegrens was een economische grens en de kerspelgrens een grens die rekening hield met de mensen die tot een bepaald kerkelijk gebied behoorden. De kerspelgrens is pas verlegd rond 1980. Volgens Jan Huizing stonden toen de neuzen van de belanghebbenden in één richting want bij maar één tegenstem had de grens niet verlegd kunnen worden. De kerspelgrens in de Stapel is toen verlegd naar de gemeentegrens tussen de Wijk en Zuidwolde: de Stapelerveldweg.
Opheffing van de verplichte kerkelijke bijdrage heeft ervoor gezorgd dat kerspelgrenzen zo goed als verdwenen zijn. Behalve bij de genoemde Vuile Dijk is de oude kerspelgrens nog te traceren tussen de vroegere Wildschuterve en Stapelerweg 31, het weggetje wat daar tussen ligt was de kerspelgrens.
Tijdens mijn vakantie in Frankrijk raakte ik in gesprek met iemand. Het ging over grenzen. Hij gebruikte daarbij een zin waarmee ik dit artikel besluiten:
"Grenzen zijn de littekens van de geschiedenis."

Met dank aan: Grietje Hogen-Esch-Stapel, Jan Huizing en Giel van der Wal.

*****