't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Een bestuurder afkomstig uit Holten

door Jan Bolling

Vele jaren hebben verenigingen in de Wijk gebruik kunnen maken van de bestuurlijke kwaliteiten van gemeentesecretaris A.W.G. Goldstein, of dat nou de voetbalvereniging Wacker betrof of de Rederijkerskamer "De Bloem" maakte niet zoveel uit, hij was getalenteerd in het bestuurswerk.
In veel gevallen hanteerde hij de voorzittershamer, hij huldigde het principe dat je niet per se een goed voetballer hoefde te zijn om een goed voorzitter van een voetbalclub te kunnen zijn. Door zijn werkzaamheden op het gemeentehuis was hij goed op de hoogte van het wel en wee in het dorp en wat er leefde in het verenigingsleven. Die kennis kwam hem goed van pas bij zijn bestuurswerkzaamheden in allerlei maatschappelijke geledingen.

Alfred W.G. Goldstein werd in 1917 in Holten geboren, hij had twee oudere zusters en een tweelingzus, zijn vader was gemeentesecretaris van de gemeente Holten. Alfred ging na de lagere school in Holten naar het lyceum in Almelo, iedere schooldag op en neer van Holten naar Almelo met de stoomtrein, dat hakte er qua tijd behoorlijk in. Toen Alfred het lyceum achter zich had gelaten wilde hij in de voetsporen van zijn vader treden. Een schoolopleiding om administratief medewerker te worden op een gemeentesecretarie bestond er toen nog niet, het opleidingstraject bestond uit het opdoen van ervaring en cursussen volgen. Hij kon werk vinden op de gemeentesecretarie van Markelo als volontair, tegenwoordig zou je dat stagiair noemen, geld verdienen was er in dit stadium niet bij.
Alfred was om medische redenen vrijgesteld van militaire dienst en hoefde zich zodoende in 1939 niet te melden voor de mobilisatie van het leger omdat er oorlogsdreiging in de lucht hing die leidde tot de Tweede Wereldoorlog. In Deventer was een tijdelijke vacature ontstaan omdat de desbetreffende ambtenaar wel onder de wapenen moest vanwege die oorlogsdreiging. De vrijgekomen arbeidsplaats werd door Alfred ingenomen; lang heeft dit echter niet geduurd, hij keerde al vrij snel weer naar Markelo terug. De gemeentesecretarie van de Wijk had begin 1940 een bescheiden omvang wat het aantal ambtenaren betreft. De gemeente werd aangevoerd door burgemeester Mr. J. de Blieck, die administratief werd bijgestaan door gemeentesecretaris Dirk Jan Maurits Carel Otterman en gemeenteontvanger Durk Elzinga. Op de oproep voor 2e ambtenaar op de gemeentesecretarie solliciteerde Alfred. Er waren voor deze vacature maar liefst 87 sollicitanten waarvan 6 werden opgeroepen voor een gesprek. Alfred was één van die zes en op zijn 98 cc DKW motor, die hij van zijn eerst verdiende centen had gekocht, reed hij van Holten naar de Wijk voor een nader gesprek op het gemeentehuis. Na dit gesprek gaf Alfred zichzelf niet zoveel kans dat ze hem zouden aannemen maar op 27 mei 1940 kreeg hij echter een telegram met de mededeling: "Benoemd, verzoeke bericht wanneer komst mogelijk, gaarne onmiddellijke indiensttreding".

Naar de Wijk
Alfred werd per 1 juni 1940 benoemd en zodoende kwam hij in de Wijk terecht waar hij zijn verdere leven zou blijven. Hij vond huisvesting bij Klaasje Meier-van Dijk die naast haar drukke werkzaamheden in de tabakswinkel en kapsalon aan Dorpsstraat 39 nog tijd vond om kost en onderdak te bieden aan derden. Klaasje had een zekere lokale reputatie waar het haar kookkunst betrof, ze bereidde heel smakelijke maaltijden en besteedde veel aandacht aan het tafeldekken. Als Alfred eens een weekend naar Holten wilde om zijn ouders te bezoeken pakte hij de fiets, z'n motor had een schuilplaats gevonden in de molen, door de benzineschaarste in de oorlog kon je er toch niet op rijden en de bezetter stond het bezit van een motor ook niet toe.

Ambtenaar van de burgerlijke stand
Toen Alfred al vrij snel na zijn benoeming burgemeester de Blieck begeleidde naar Assen zei deze tijdens de rit er naar toe: "Nu we toch zo in Assen zijn moest je van deze gelegenheid maar gebruik maken om je te laten beëdigen als ambtenaar van de burgerlijke stand". Zo was hij al op jonge leeftijd gemachtigd om huwelijken te voltrekken en zaken als geboorten en overlijden administratief af te handelen. Vooral het voltrekken van een huwelijk was in het begin een aangelegenheid die bij de jonge ambtenaar van de burgerlijke stand door zijn onervarenheid enige zenuwachtigheid teweegbracht. Lang heeft Alfred niet met burgemeester de Blieck samengewerkt want deze moest in april 1941 vertrekken omdat zijn vrouw van joodse afkomst was. Burgemeester Gelinck van Ruinerwold nam de waarneming op zich tot juli 1941, toen werd Eizo Z. Oldenbanning tot burgemeester benoemd. Hij zou deze functie blijven uitoefenen tot het eind van de Tweede Wereldoorlog.

Eerste vrouwelijke medewerker
In 1944 werd de eerste vrouwelijke medewerker op de gemeentesecretarie aangesteld, dat was Dori Top afkomstig uit Meppel. Nadat ze haar H.B.S.- diploma in 1942 had gehaald was ze van plan om voor tandarts te studeren, na een poosje leek haar dat niet de geschikte studie en ging vervolgens economie studeren. Door de oorlogssituatie brak ze haar studie af en solliciteerde ze als ambtenaar op de gemeentesecretarie in de Wijk. Ze betrok een kamer bij Annigje Flederus-Gol, die op Dorpsstraat 14 woonde en ging later in de kost bij Lammert Schoemaker aan de Julianaweg 23. Na een poosje verwisselde ze van kosthuis en ging naar Klaasje Meier-van Dijk.
Op 11 april 1945 kreeg Alfred weer te maken met een burgemeesterwisseling omdat Hendrik Slot toen tot december van dat jaar tijdelijk gerechtigd was de ambtsketen te dragen. Met de komst van burgemeester Pierre Daniël de la Saussaye Briët in december 1945 brak een stabiele periode aan; die heeft het ambt tot 1970 uitgeoefend. Alfred heeft zo heel wat burgemeesters zien komen en gaan, van 1970 tot 1981 heeft hij samengewerkt met Reinoud A. ridder van Rappard en tegen zijn pensionering aan nog even met Leen de Beij.
Om de noodzakelijke kennis op te doen wat de gemeenteadministratie betreft ,gaf de gemeentesecretaris van Hoogeveen aan de gemeenteambtenaren uit de regio Hoogeveen cursussen, zo volgden Alfred en Dori ook lessen bij hem. Intussen had Amor het pad van Alfred en Dori doorkruist en trouwden ze in 1949. Ze gingen wonen op Julianaweg 17 waar tot dan toe het postkantoor gevestigd was. Een tijdje heeft het jonge paar de voorkamer en de kleine aanbouw van hun huis aan de gemeente moeten afstaan omdat in de voorkamer de administratie van Gemeentewerken was gevestigd. In 1957 verhuisden ze met z'n drieën, dochter Mieke was inmiddels geboren, naar wat toen nog Plantsoen heette, later is dit omgedoopt in Goldsteinplantsoen. Toen in 1954 gemeentesecretaris Otterman met pensioen ging solliciteerde Alfred met succes naar de vrijgekomen functie. Hij heeft die functie tot zijn pensionering in 1982 uitgeoefend. Naast zijn werkzaamheden als gemeentesecretaris verzorgde hij de recensies van de plaatselijke verenigingen voor de Meppeler Courant. Vele jaren heeft hij de rubriek "Uit vroeger tijden" in Het Wapen verzorgd. Toen de jaren begonnen te tellen heeft hij dat overgedragen aan Sina Meier-Stroobach. Op zaterdagmiddag moest je geen beroep op hem doen, dat was de vaste kaartmiddag en die was hem heilig.

Tennisclub "Voorwijk"
Tennisclub "Voorwijk" heeft in Alfred en Dori altijd trouwe en toegewijde leden gehad, Alfred was medeoprichter en heeft een tijd lang de voorzittershamer gehanteerd maar vond later dat deze bij de burgemeester hoorde en zodoende werd P.D. de la Saussaye Briët voorzitter. Nog altijd eert Tennisclub "Voorwijk" zijn voormalige voorzitter met de zgn. Goldsteindag, een toernooi waar sterkere spelers met zwakkere worden gemixt, en die meestal aan het eind van het tennisseizoen wordt gehouden.

Rederijkerskamer "De Bloem"
Bij rederijkerskamer "De Bloem" nam Alfred in 1953 het voorzitterschap over van Albert Naarding. Alfred combineerde het voorzitterschap gedurende lange tijd met dat van souffleur. Onder zijn voorzitterschap bloeide De Bloem, wat zich onder meer uitte in succesvolle deelnames aan toneelconcoursen en veelvuldige optredens in de regio. Hij wist in de juiste bewoordingen op de generale repetitie de spelers succes te wensen voor de komende uitvoering onder het traditionele nuttigen van soep, die door de uitbater van "Het Oude Hogenkamp" aangeboden werd. Hij heeft de voorzittershamer tot 1977 gehanteerd.
Voor zijn werkzaamheden als voorzitter van De Bloem ontving hij het zilveren insigne van het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel.

Vereniging voor Volksvermaken
Het jaarlijkse reisje, georganiseerd door de Vereniging voor Volksvermaken, was een uitje waar de bejaarden, zo rond de jaren vijftig van de vorige eeuw, reikhalzend naar uitzagen. Alfred werd bij de Vereniging van Volksvermaken in 1954 binnengehaald als secretaris en is van 1971 tot 1986 voorzitter geweest. Autobezitters uit de Wijk, toen nog maar een bescheiden aantal, stelden zich met hun auto beschikbaar om een dag met de oudjes op pad te gaan. Zuivelfabiek Rogat stelde voldoende kaas en boter beschikbaar en voor broodjes en rookvlees waren ook plaatselijke sponsoren, dat kwam mooi van pas want het budget voor dit evenement was beperkt. De echtgenotes van de bestuursleden smeerden bij café Hazelaar de broodjes rijkelijk met boter en belegden ze royaal met kaas en rookvlees. Als al het proviand ingeladen was stelde de stoet zich in het dorp op en werd door de achterblijvers uitgezwaaid. 's Avonds liep het hele dorp uit bij de intocht als de stoet, voorafgegaan door Apollo, door een haag van belangstellenden het dorp in reed. Dori kijkt met genoegen terug op de bejaardentochtjes, die niet alleen voor de ouden van dagen, maar ook voor de begeleiders en organisatoren bijzondere dagen waren. Als voorzitter van de Vereniging voor Volksvermaken heeft Alfred ook een grote rol gespeeld bij het jaarlijkse Concours Hippique dat met Pinksteren werd gehouden.

De brandweer
De brandweerauto stond eerder geparkeerd in een garage achter de oude school, vlak naast het garagebedrijf van Albert Vosseberg. Alfred heeft, als ondercommandant een tiental jaren deel uitgemaakt van het brandweerkorps, dat geheel uit vrijwilligers bestond.
Als er brandalarm was spoedden de korpsleden zich naar de brandweergarage waar Albert Vosseberg, als chauffeur, de auto vaak al had gestart. Zo ook op een keer tijdens strenge vorst bij een brand in de Oosterwijk. De mannen hadden de grootste moeite om de brand te blussen omdat het water in de slangen bijna ging bevriezen. Gelukkig stonden er geen mensenlevens op het spel en nadat het sein "brand meester" was gegeven gingen de spuitgasten naar café Wittink om zich bezig te houden met de "nabluswerkzaamheden".

Hopman van de padvinders
Een tijd lang was er in de Wijk een afdeling van de padvinderij, waarvan Alfred hopman is geweest. Hij had in Holten al ervaring opgedaan als Assistent-Verkennersleider met als hoogtepunt zijn deelname in 1937 aan de Wereldjamboree in Vogelenzang. Hij wist voor elkaar te krijgen dat in de boerderij naast Huize Dickninge clubruimte beschikbaar kwam en kreeg van R.H. de Vos van Steenwijk* toestemming om de afdeling "De Vos van Steenwijkgroep" te noemen. Op 23 april werd gewoonlijk op de brink voor de molen een vlag geplaatst, padvinders hielden bij toerbeurt de wacht om op deze wijze St. Joris te eren, zo maar één van de activiteiten van de "De Vos van Steenwijkgroep", waar Alfred ook bemoeienis mee had.

Voetbalvereniging Wacker
Voetbalvereniging Wacker heeft altijd op een warme belangstelling van Alfred kunnen rekenen. Het gebeurde maar zelden dat hij een thuiswedstrijd van de blauw-witten oversloeg en was ook bij de uitwedstrijden vaak van de partij. Toen de voorzittershamer in 1958 door Hendrik Hendriks werd neergelegd was de keus voor Wacker niet moeilijk om een nieuwe voorzitter te kiezen, bijna vanzelfsprekend viel de keus op de man die bijna geen wedstrijd miste en langs de lijn genoot van het voetbalspel, Alfred Goldstein. Met strakke hand leidde hij de vergaderingen en schuwde het niet om spelers die zich niet hielden aan de afspraken die in de club golden, terecht te wijzen, zo kon een speler die het clubtenue niet respecteerde, door een zwarte voetbalbroek te dragen in plaats van een witte, op een reprimande van de voorzitter rekenen. De aanvoerder van het eerste elftal, in die tijd Jan Talen, werd menigmaal op maandagmorgen op het gemeentehuis ontvangen om aanwijzingen omtrent de gang van zaken in het eerste elftal in ontvangst te nemen. Soms gebeurde het dat burgemeester Briët ook bij dit onderhoud aanwezig was. Na een opmerking van Jan, dat het eigenlijk jammer was dat het bondentoernooi nog nooit in de Wijk had plaatsgevonden, werd het netwerk van de burgemeester en de gemeentesecretaris in werking gezet. Het bondentoernooi was een vriendschappelijk jaarlijks gehouden voetbaltoernooi van de verschillende gewesten waar gestreden werd om een beker. Een telefoontje van de burgemeester naar een bevriende kennis van hem bij de KNVB in Zeist was genoeg om ervoor te zorgen dat het eerstvolgende bondentoernooi in de Wijk plaats vond. In 1973 gaf Alfred de voorzittershamer door aan Jan Liezen.

't Nut
Voor de plaatselijke afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, in de volkmond meestal 't Nut genoemd, heeft Alfred zich 25 jaar als secretaris verdienstelijk gemaakt. Zijn vrouw zette zich destijds in als vrijwilligster bij de Nutsbibliotheek, die toen gevestigd was naast de Nutsspaarbank waar, onder hetzelfde dak, ook Lefert de Boer woonde, nu Julianaweg 6.

In 2007 kwam een eind aan het leven van een man die als bestuurder een bepalend stempel op de gang van zaken in verschillende verenigingen heeft gedrukt. Alfred Goldstein was goed op de hoogte van hoe de relatielijntjes in het dorp liepen en veel verenigingen hebben geprofiteerd van het gemak waarmee hij iets van anderen voor de verenigingen gedaan kon krijgen.

* Mr. Dr. Reint Hendrik baron de Vos van Steenwijk (1885-1964) woonde op Huize Voorwijk en was Commissaris van de Koningin in Drenthe van 1931-1943 en van 1945-1951.

Met dank aan: Dori Goldstein-Top, Henk Spijkerman, Geert Strick en Jan Talen.

*****