De rubriek over kleine bedrijfjes zoals kruidenierswinkeltjes, bakkerijtjes, galanteriewinkeltjes, petroleum-, kolen- en turfhandelaren, kleermakers, mandenmakers, marskramers, sclilderbedrijfjes en kleine cafeetjes:
Klompenmakerij van de heer K. Pool te Koekange.
Door W. Dorenbos en J.J. Veldman- Dorenbos
In dit nummer van 't Olde Karspel een verhaal over de klompenmakerij van de heer K. Pool. Ik denk dat veel mensen uit Koekange hem wel gekend hebben. Hij is tot op hoge leeftijd doorgegaan met het maken van klompen. Hieronder in dit verhaal kunt u lezen hoe de klompenmakerij begonnen is.
Meerdere klompenmakers in Koekange.
Vroeger waren er meerdere klompenmakers in Koekange.
De meesten waren boer. Ze hadden dan een paar koeien en maakten tevens ook nog klompen als een soort bijbaantje. Dit was meestal handwerk. In Koekange waren dit bijvoorbeeld dhr. H. Hulleman wonende aan de Eggeweg, dhr J. Koerts die woonde aan de Dwarsdijk, dhr B. Lubbers ook wonend aan de Dwarsdijk, dhr H. Konjer wonende aan de Emsweg en dhr H. Zwiers uit Koekangerveld.
Er waren echter een paar mensen, die klompen maken als hun hoofdinkomen hadden. Deze mensen maakten de klompen dan ook machinaal. Dit waren Hendrik en Koop Pool. (2 broers).
Boer en klompenmaker.
Koop Pool werd geboren op 10 oktober 1891. Hij was de zoon van Geert Pool en Annigje Eulen. Vader Geert was boer. In de wintermaanden, als er weinig werk op de boerderij was, maakte hij klompen. De meeste van deze klompen waren voor eigen gebruik, maar er werden ook wel eens enkele paren verkocht.
Op 13-jarige leeftijd ging Koop "naar de boer". Dit hield in dat hij knecht werd bij verschillende boeren. Op 26 april 1919 trouwde hij met Jentien Bennink, dochter van Willem Bennink en Aaltje Hoogezand. In de eerste jaren van zijn huwelijk heeft hij op verschillende adressen in Koekange gewoond. Onder andere aan de Dwarsdijk. Hier had hij een paar koeien en maakte hij tevens klompen. Hij ging toen ook naar Bosscher en Hilberts in Meppel om daar te helpen met klompen maken. Dit was een grote klompenmakerij. Hij ging er met de trein naar toe. Toen was er immers nog een station in Koekange! Later verhuisden ze naar Doosje (Gemeente Wanneperveen). Hier was hij alleen boer. Van daar vertrokken ze weer naar Ruinerwold, naar de Sultansberg. Ook hier was hij alleen boer.
Crisisjaren, begin van klompen maken.
Wegens de crisistijd in de 30-er jaren verhuisden ze naar de Dr. Larijweg, waar Koop Pool met klompen maken als hoofdberoep begon. Eerst werden de klompen handmatig gemaakt. Samen met broer Harm werd besloten om een klompenmakerij te beginnen, waar de klompen machinaal gemaakt konden worden. Ze begonnen deze klompenmakerij in Koekange aan de Prinsesseweg. Met behulp van geleend geld van hun ouders konden machines aangeschaft worden.
Inmiddels was Koop verhuisd naar Koekange, B90 (nu Dorpsstraat 18). Dit huis kon hij huren van J. Holties. Zo had hij het werk dichterbij. Twee en half jaar lang heeft hij samengewerkt met zijn broer.
Splitsing.
Na twee en een half jaar werd besloten om toch maar ieder voor zich een klompenmakerij te beginnen. Broer Harm bleef aan de Prinsesseweg en Koop begon een bedrijf aan de Dorpsstraat.
Ze verdeelden de machines die aanwezig waren en kochten zelf aanvullende machines voor hun eigen bedrijf.
Veel concurrentie.
Het begin was voor Koop Pool wel moeilijk. De klanten waren immers gewend om naar de Prinsesseweg te gaan voor hun klompen. Hiernaast was er ook nog de concurrentie van de Belgische klompen. Deze klompen waren iets goedkoper van prijs, maar niet zo goed van kwaliteit. Maar omdat de mensen het niet breed hadden, was de prijs van de klomp voor hen belangrijker.
Winkelier
Koop kreeg een winkelier uit Rouveen als klant. Deze verkocht naast gewone klompen ook het Staphorster model klomp. Dit is een speciaal model klomp, wat bij de klederdracht hoort. Door deze winkelier kreeg hij verschillende klanten in Staphorst en Rouveen, waardoor de zaak steeds beter begon te lopen. De klompenmakerij werd dan ook uitgebreid.
Verhuizing.
In 1948 verhuisde Koop naar de Hessenweg in de Wijk. Hier werd de klompenmakerij voortgezet. Hij heeft er 17 jaar gewoond. Toen echter het oude huis aan de Dorpsstraat te koop kwam, kochten ze dit. Zo verhuisden ze weer terug naar de oude plek.
In 1972 werd de klompenmakerij overgenomen door zijn pleegzoon W. Dorenbos, die nog steeds op hetzelfde adres woont.