't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

De rubriek over kleine bedrijfjes zoals kruidenierswinkeltjes, bakkerijtjes, galanteriewinkeltjes, petroleum-, kolen- en turfhandelaren, kleermakers, mandenmakers, marskramers, sclilderbedrijfjes en kleine cafeetjes:

Schoenmaker Jan Uiterwijk


Door Popko de Jonge

In de laatste tientallen jaren is er heel wat veranderd in het aanzien van De Stapel. Met het verdwijnen van oude ambachten zijn we ook markante punten in de buurt kwijtgeraakt. Eén daarvan is de schoenmakerswerkplaats van Jan Uiterwi]k. Reden voor Popko de Jonge met hem herinneringen uit het verleden op te halen.

De ouderen onder ons zullen zich de schoenmaker uit De Stapel zeker herinneren. Dat vak oefende hij uit in het huisje aan de Stapelerweg, dat op de monumentenlijst staat en dat voor zover bekend het eigendom is van de heer Stille, die bezig is het geheel een beter aanzien te geven.
Jan begon daar als zelfstandig ondernemer op 13 mei 1935, nadat hij zijn opleiding in de praktijk had genoten bij een drietal schoenmakers, twee in De Wijk en één in Nieuw Leusen. Het eerste werk dat hij mocht doen was het maken van het zogenaamde pikkedraad. Dat was touw van hennep dat met pek werd ingesmeerd en met behulp van een stukje leer weer glad werd gestreken. Met dat pikkedraad werden de zolen onder de schoenen vastgemaakt, waarbij ook gebruik gemaakt werd van varkenshaar en een zgn. els, ook wel priem genoemd. Aanvankelijk werden er een enkele keer ook wel nieuwe schoenen gemaakt, naast het repareren van schoenen. Voornamelijk bestond dat uit het aanbrengen van nieuwe zolen. Verder werd reparatiewerk uitgevoerd aan paardentuigen, halsters en alles wat bij het gebruik van paarden aan leerwerk werd gebruikt.

Maar ook voor ander reparatiewerk werd zijn hulp ingeroepen, zoals het repareren van het leerwerk van de vroeger in gebruik zijnde schaatsen, het maken van tuigen voor trekhonden, het repareren van de pompplunjers van de handpompen en het maken van klompen voor paarden die op het drassige land langs de Reest moesten werken.

In 1990 is Jan Uiterwijk op 82-jarige leeftijd gestopt. Hoewel hij aanvankelijk graag boer wilde worden kijkt hij met genoegen terug naar zijn werkzaam leven in de werkplaats in De Stapel. En zijn klanten vinden het nog spijtig dat hij het vak niet meer uitoefent.

Overgenomen uit Nieuwsbulletin De Stapel, nummer 1 (augustus 1995)
Noot van de redactie in 1998: Inmiddels woont Jan Uiterwijk in het Tonckenshuis in Zuidwolde.

*****