Statistieken 1864 in het Reestdal

Armwezen

Ten opzichte van het armwezen levert Drenthe gunstigere uitkomsten op dan enig andere provincie. De oorzaken hiervan zijn: Drenthe is de minst dichtbevolkte provincie van Nederland en men vindt er geen opeenhoping in de steden, wat doorgaans aanleiding geeft tot armoede. Voorts bestaan er weinig grote fabrieken die meestal schadelijk werken op de gezondheid van de arbeiders, waardoor zij lichamelijk en geestelijk verzwakken, en ongeschikt maken tot werken, waardoor ze dan al spoedig tot armoede vervallen.

Drenthe is een landbouwende en landontginnende provincie, waar voor iedereen die werken wil en kan, bijna altijd gelegenheid tot veldarbeid bestaat. Zelfs de minstvermogenden hebben veelal een eigen of gehuurd stukje veldgrond, waarop zij vooral aardappelen en boekweit, als eerste levensbehoeften voor de winter, verbouwen, waardoor geheel of gedeeltelijk in de bhoefte van het huisgezin voorzien wordt.

Voorts zijn er de instellingen tot voorkoming van armoede. Deze zijn:

  1. De banken van lening in Assen, Meppel en Coevorden. Vroeger bestond er ook één te Hoogeveen, maar deze is op 1 januari 1857 opgeheven;
  2. De spaarbanken te Assen, Meppel en Norg, met in 1863, 387 deelhebbers voor een bedrag van ƒ8087,17;
  3. De spaarkas te Meppel, met in 1863, 69 deelhebbers;
  4. De zieken- en begrafenisbus te Meppel. Deze had in 1863, 400 deelnemers;
  5. De commissies tot werkverschaffing te Assen, Havelte en Vries. In de periode 1855-1863 is werk verschaft aan 602 personen.
  6. Het St. Antonie Gilde te Dwingelo. Dit is een genootschap dat al meer dan twee eeuwen bestaat, en zich tot doel stelt om ijverige ingezetenen, welke tijdelijk door rampen worden getroffen, te ondersteunen, ten einde ze voor gehele ondergang te behoeden.

Behalve de genoemde instellingen tot voorkoming van armoede bezit Drenthe nog de volgende instellingen van weldadigheid:

  1. De kolonie Frederiksoord der maatschappij van weldadigheid. Hierin worden armen uit het hele Rijk opgenomen;
  2. Het rijks-bedelaarsgesticht Veenhuizen (gemeente Norg);
  3. De Drentse instellingen van weldadigheid:
    1. Gemeente-intsellingen, door de burgelijke overheid geregeld en door hen bestuurd:
      1. De burgelijke armbesturen te Meppel en Nijeveen;
      2. Het armenwerkhuis te Hoogeveen. Deze is gesticht door een gift van ƒ2000 door de Koning Lodewijk Napoleon in 1809. De eerste steen werd gelegd op 17 juni 1809 door de heer W. de Jonge, als tijdelijk president van het gemeentebestuur. Boven de hoofddeur staat het volgend opschrift:
        Door 't liefderijk geschenk van Hollands eersten koning
        Vindt hier de schaamle wees en zwakke grijs een wooning,
        Terwijl de nijverheid, uit dankbaarheid en pligt,
        Den vaderlijken vorst de schoonste eerzuil sticht.
      3. Het gasthuisfonds te Coevorden;
      4. De instelling tot werkverschaffing in werkplaatsen, te Meppel
    2. Instellingen van een kerkelijke gemeente, bestemd voor de armen van een bepaalde godsdienstige gezindte, en vanwege die kerkelijke gemeente onderhouden en bestuurd. Deze zijn:
      1. de kerkelijke armbesturen van de:
        1. Nederlandse Hervormden, met 45 armen;
        2. Christ. Afgescheidenen, met 17 armen;
        3. Rooms Katholieken, met 4 armen;
        4. Nerderlandse Israëlieten, met 5 armen.
      2. De arm- of werkhuizen onder het beheer van de Hervormde gemeentes te Assen, Anlo, Beilen, Borger, Coevorden, Dalen, Diever, Swingelo, Eelde, Emmen, Havelte, Meppel, Oosterhesselen, Peize, Roden, Ruinen, Sleen, Vries, Westerbork, Zuidwolde en Zweelo.
    3. Instellingen, door bijzondere personen of door bijzondere niet kerkelijke verenigingen geregeld en bestuurd. Deze is: De vereniging Dorcas te Assen, en het algemeen Diakengezelschap.

Het totaal aantal armen was:

Jaar Aantal armen Percentage op de gehele bevolking van Drenthe
1854
1855
1856
1857
1858
1859
1860
1861
1862
1863

Gemiddeld:
4719
5277
4504
3637
3391
3274
3540
3715
3690
3478

3922
5,40
5,80
4,80
3,90
3,40
3,37
3,69
3,77
3,67
3,40

4,12

Hoe gunstig deze uitkomsten voor Drenthe zijn, blijkt uit het feit dat in 1860 de verhouding van het aantal bedeelden tot de bevolking voor het gehele Rijk meer was dan 16 procent. Uit de volgende opgaaf van 1857 blijkt dit zeer duidelijk:

Provincie Percentage bedeelden
Noord-Holland
Gelderland
Friesland
Utrecht
Limburg
Noord-Brabant
Zuid-Holland
Zeeland
Groningen
Overijssel
Drenthe

Het Rijk
20,79
20,20
18,41
17,12
16,18
15,47
15,06
13,83
9,52
9,19
3,90

15,97

Gast- en ziekenhuizen en krankzinnigengestichten bestaan in Drenthe niet. In het jaar 1848 is een overeenkomst gesloten met het krankzinnigengesticht te Zutpfen. Op dit contract werden aldaar in 1863 verpleegd: 6 mannen en 8 vrouwen. Te Deventer, ook met contract, één vrouw. Bovendien zijn in dat jaar uit de provinciale kas subsidies verleend voor 5 mannen, die slechts kort in een gesticht zaten, en 2 vrouwen. Het aantal niet in een gesticht verpleegd wordende krankzinnige Drenten was 30.