De geschiedenis van Zuidwolde


Inhoud:

Zuidwolde, den 18 Augustus 1824, des morgens zeven uren.
Hoog Edelgestrenge Heer,
Als mijn oppersten Superieur moet ik Uw Hoog Edele mijne zeer grote ongesteldheid melden, dat dezen nagt omstreeks elf uren, het huis van Arend Harms en Lukas Hendriks Gruppen in een ogenblik een prooij der vlammen is geworden.
Den spoedigen voortgang, en de te late ontdekking, is zoo sterk geweest, dat uit de beide woningen niet is gered geworden, geheel alles verbrand, -zoo wel de Gemeente, als boven gemelde personen betreffende.
Verzoekende deswegens Uw Hoog Edel Gestrenge om dadelijk aan de andere Kollegiën hiervan mededeeling te geven. Wenschende om morgen eene kommissie af te zenden ten einde over al het ontbrekende en de nadere opgaaf te spreken, blijvende in haast
Uwe onderdanige Dienaar
F.L. Steenbergen
Bovenstaande brief schreef Freerk Lukas Steenbergen, de eerste burgemeester van Zuidwolde, aan de gouverneur de konings, mr. Petrus Hofstede. Behalve de twee huizen die in rook opgingen, gingen ook de registers van de burgelijke stand, de doop-, trouw- en begraafboeken van de kerk en de archieven van de gemeente verloren.

Deze ramp is ook een ramp voor de genealogen die proberen hun stamboom te schrijven. Gelukkig zijn de gegevens van de omliggende plaatsen bewaard gebleven, zodat de geschiedenis van Zuidwolde toch, met moeite, kan worden gevonden. (zie: De Zuidwolde Database)

Schulten van 1417-1812:

Periode Schulte
ca. 1417
ca. 1461
ca. 1518
ca. 1557
ca. 1563
ca. 1586 en 1599
1604-1640
ca. 1630 en 1631
ca. 1633 en 1663
1664-1666
1666-1704
1704-1735
1736-1761
1761-1789
1789-1791
1791-1795
1795-1802
1802-18??
1811-1812
Henrick Steenberghe
Engelberth Steenbarghen
Harmen Santinge
Henrick Santing
Roelof Santinck
Frerijck Santinck
Roelof Steenbergen
Arent Steenbergen
Lucas Steenbergen
Jan Steenbergen
Willem Camerlingh
Abraham de Vriese
Cornelis Steenbergen
Hendrik Jan Carsten
Everhardus Johannes Witsenborg
Michael Schukking
Everhardus Johannes Witsenborg
Michael Schukking
Hendrik Jan Carsten

Burgemeesters van 1812-1955:

Periode Burgemeester
1812-1841
1841-1842
1842-1857
1857-1864
1864-1865
1865-1873
1874-1876
1876-1885
1885-1898
1898-1934
1934-1942
1943-1945
1945-1955
1955->1975
Freerk Lukas Steenbergen
Hendrik Jan Carsten
Jan Luchies Nijsingh
L.H. van Sonsbeeck
Jhr. G.A. Clifford
Mello baron de Vos van Steenwijk
Jhr. J. van Beijema
L. Pottinga
L. Engelenburg
M. Tonckens
H. Boelems
W. Udema
H. Jans
N. Wessels Boer

Betekenis van plaats- en streeknamen in Zuidwolde

ALTEVEER
De plaats is ontstaan kort na het graven van het Zuidwolder- of Sloodsche Opgaande vanuit Hoogeveen, en na de oprichting van de Zuidwolder Compagnie , ca. 164. De naam Alteveer werd voor het eerst gebruikt in 1656. De naam betekent "al-te-ver", gezien van Echten en vanuit de toen nog zeer jonge ontginning Echtens Hogeveen.

TEN ARLO
De naam betekent "arendsbos". AR komt van het Germaanse ARNU = arend. In de 16e en 17e eeuw NARLE of NARLINE genoemd. TEN ARLO bestond vanouds uit de gehuchten TEN HEUVEL, KIERS en PINKSTERHUIS.

BAZUIN
Vermoedelijk vervormd uit "Bezum" of "Bezoen". In oude stukken is sprake van "Besuijden", wat ook meteen een verklaring geeft van de naam, namelijk bezuiden (ten zuiden van) de oudste buurschap DROGT.

BLOEMBERG
Een hoogte in het landschap, misschien ooit eens zo genoemd vanwege de bloemenrijkdom.

BRAAMBERG
De heuvel waarop de "broam" (brem) groeide.Al eeuwenlang een herkenningspunt in het uitgestrekte veen.

BREGGENBERGEN
Een verdwenen naam, die in de middeleeuwen werd gebruikt. Misschien hetzelfde als Bruggenbergen onder DROGTEROPSLAGEN.

DOODIJK
De oude naam voor de Oosterweg. Herinnert aan de tijd, toen deze dijk (vroegere wegen werden "dijk" genoemd) nog te kerk- en reeweg was in het Kerspel: de weg waarlangs men te kerke ging in Kerkenbosch en waarlangs de doden werden weggedragen baar de begraafplaats rondom de kerk. Zie ook: TRAANDIJK

DROGT
De oudste schriftelijk vermelde buurtschapsnaam in Zuidwolde (1316). Men veronderstelt dat de naam is afgeleid van het angelsaksische woord "DRUGOD": droog land, woestijn. De oudste vorm is DRUCHT.

DROGTEROPSLAGEN
Herinnert aan de tijd, dat dit nog markegrond was van de boeren van Drogt. Een slag of een opslag was een lang gerekt perceel, zoals het werd ontveend.

DROGTZEE
Een ander deel van de vroegere Drogter marke dat laag lag en kennelijk vaak onder water stond. Voor het eerst genoemd in 1758.

DE EGGE
Oude weg aan de rand van de akkers. Het oud-saksische woord "EGGIA" (=scherpe kant) wijst naar een grens tussen de akkers en de woeste markegronden.

EKELENBERG
Het woord "èkel" is een germaans woord, dat de betekenis heeft van afkeer, walging. In de Steentijd zouden hier voor-historische voorouder-vereringen hebben plaats gevonden. Verschillende verhalen gaan de ronde. Spookverhalen, als erfgeruchten van ouder op kind doorgegeven.

FALIEBERG
Een hoogte in de vroegere Steenberger marke. "FALIE" betekent verkeerd (falie-kant), onechte berg: alleen de noord-west kant is vrij steil, vanaf de andere kanten is het een lichte glooiing, en niet lijkend op een berg.

FORT
Deze naam herinnert wellicht aan de "voorde", de doorwaadbare passage in de REEST, die vóór 1600 werd gebruikt, toen er nog geen brug was.

GEEZENKAMP
Het woord "GEEZEN" kan het oudfries-angelsaksische meervoud zijn van een woord dat gans betekent. Misschien de herinnering aan een oude ganzenweide.

TEN HEUVEL
Een van de drie huizengroepen, die van ouds TEN ARLO hebben gevormd. Het Hovelynger-huis werd al genoemd in 1417. De naam wijst op frankische oorsprong.

DIE HORST
In 1363 was er een boerderij "die Horst in den kerspel van Zuutwolde". In 1563 bestond dit erve nog.

KERKENBOSCH
Toen in de streek Zuidwolde een kerk werd gebouwd bij een groot bos, sprak men van Kerk-en-bosch. Toen er bij die kerk huizen werden gebouwd, werd de buurtschap KERKINGE genoemd. Later werd de oude naam KERKENBOSCH weer in ere hersteld.

KERKENVELD
Het oude kerkedeel van de markegronden in het oosten, waar de vervening begon. Ook het KERKENBOVENVEEN genoemd. In het begin, 300 jaar geleden, sprak men over dit gebied (in navolging van ALTEVEER) ook wel van DUVELS-VER.

DE KIEFTE
De naam van een oud erf in het Reestgebied. Misschien afgeleid van de aanwezigheid van veel kievieten (kieften).

KIERS
De tweede huizengroep die een deel was van TEN ARLO. De naam was al in de 16e eeuw bekend.

KLEEFEGGE
Een randweg, misschien bij een berg. Het woord "KLEEF" betekent helling

LAGEVEEN
De vervening begon hier op grotere schaal in de 17e eeuw. De naam kan gezien worden als de tegenhanger van het HOGE VEEN. Vooral de markegenoten van VEENINGEN waren hier actief.

LINDE
In 1491 was er sprake van het erve Linde. Het woord heeft de betekenis "helling". Deze naam wordt ook elders in Drenthe gebruikt voor hellende akkers.

LINIEWEG
Herinnert aan de vroegere linie (grens) tussen de marken van VEENINGEN en STEENBERGEN.

LUBBINGE
Kan afgeid zijn van de Friese persoonsnaam Lubbe, een kolonist die zich in de vroege Middeleeuwen hier vestigde. In de vorige eeuw sprak men in officiële stukken vaak van LUBBERINGE.

MIDDELVEEN
Het veengebied, dat door de markegenoten van DROGT en BAZUIN in cultuur is gebracht.

MODDERGAT
Dit was een buurtschap, die in het midden van de vorige eeuw ontstond, toen met weinig moeite deze streek tot goed grasland kon worden ontgonnen. In 1968 is de naam van de kaart verdwenen door de aanleg van een autoweg door het gebied.

NOLDE
De naam is ontstaan uit "TEN OLDE" of "IN OLDE". Nog ouder is de naam "ODLO" of "UDLO", wat "het eenzame, uiterste, onbewoonde bos" betekent.

NIJSTAD
De naam kan verklaard worden als "nieuwe plaats" of "nije stat". Hier moet een nieuw huis zijn gebouwd, de voorloper van de latere havezate, die eeuwenlang de zetel van de Van Echtens is geweest.

DEN OOSTERHUIS
Een oude streek- en hoevenaam in het Reestgebied, misschien als tegenhanger van DEN WESTERHUIS.

PAARDELANDEN
Een aparte hoek diende vroeger als gemeenschappelijke paardeweide.

PINKSTERHUIS
Een van de drie huizengroepen, die met TEN HEUVEL en KIERS de buurtschap TEN ARLO vormde. De naam werd in de 17e eeuw geschreven als PIMPSTERHUIS. Evenals KIERS moet ook PINKSTERHUIS een afsplitsing zijn van TEN HEUVEL.

PIEPERIJ
Een duiker of piepe werd geplaatst in een rie (waterleiding) of riete. Zo sprek men in de 17e eeuw hier al van PYPENRIE. Later is de naam verdrentst in de huidige naam.

RABBINGE
Een naam van Friese oorsprong, namelijk van de persoonsnaam RABBE (Rabbo of Radboud). De eerste boerderij in Rabbinge (vroeger RABBERINGE) kan het middeleeuwse Rabbingehuus geweest zijn.

REEST
In 1181 sprak men van RESTA. Hierin zit het woord A = water. Het eerste deel van het woord zou kunnen wijzen op een met rijshout beplant waterig grondstuk. Later sprak men van REESTENSTROOM (1428), DEN REESTEN (1452) en DIE REESTE (1469).

SCHOTTERSHUIZEN
Bij de schotten, waartussen de scheper van DROGT de schapen liet overnachten, werden in de 17e eeuw huizen gebouwd. De huizen bij de schotten.

SCHRAPVEEN
De naam SCHRAPPINCKVENE in 1570 wijst op afleiding van de friese persoonsnaam SCHRAPPE.

SJOERT
In 1708 was dit een stuk veld genaamd "de Suirte", dat mandelig bleef van de markegenoten van DROGT, BAZUIN en WEMMENHOVE. Suirte is een oude vorm van Zuderd, ten zuiden van. Later is de naam verbasterd.

DE SLAGEN
Deze naam herinnert aan de verdeling van de markegronden in aandelen, of slagen.

STEENBERGEN
In 1417 was er sprake van het Steenberg Huys. Misschien mag de naam STIENBARGEN in verband gebracht worden met een of meer hunebedden, die hier ooit geweest zijn.

SUIKERBERG
De naam van een hoogte (nu gelegen aan de oostzijde van de Dorpsstraat). In 1774 en 1784 kwam SUIKERBERG ook voor als familienaam. Misschien afkomstig van ZUDERBARG, de zuidelijke berg in de marke STEENBERGEN ?

DE TENTE
Boerderijnaam in het Reestgebied. Evenals het TENTENLANDT herinnert deze naam aan tienden, die hier vroeger werden geheven.

THIJINGE
Een nu verdwenen buurschap in KERKENBOSCH. Hier woonde tot in de Franse tijd het bekende, uit het zuiden stammende boerengeslacht Ten Thije.

TRAANDIJK
De vroegere kerk- of reeweg vanuit het Veeninger gebied naar de kerk in Zuidwolde. Vanuit het oosten had men de DOODIJK (dodenweg) en hier vanuit het westen de "tranen-weg".

TRASSELT
De oude vorm is 't Rasselt. In 1807 had men hier akkernamen als 't Rasselt en Het Halve Rasselt. Het tweede deel van de naam wijst op houtbegroeiing.

VEENINGEN
In 1368 voor het eerst genoemd als VENYNGHE. Wellicht afkomstig van de persoonsnaam VENE, een kolonist.

VOGELZANG
In 1498 wa er al sprake van de VOGELSANCK, een bosrijkgebied met veel zangvogels.

VUILERIETE
Moeilijkheden met waterafvoer in het lage land waren vaak het gevolg van dichtgroeien van de beek of de riete. Men kreeg dan een vuile riete. In 1601 was de naam al gemeengoed.

DE WEIDE
De naam komt van de Steenberger, Ten Arloër en Lubbinger weidegronden aan de noordrand van de marke, langs het Oude Diep.

WEMMENHOVE
Herinnert aan de hoeve van een uit het zuiden afkomstige persoon WIMME of WEMME.

WOLTINGE
Een omstreeks 1894 afgebroken gehucht in KERKENBOSCH aan de zuidkant van de Oosterweg.

DEN WESTERHUIS
Hoeve- en streeknaam in het Reestgebied. Werd al genoemd in de 14e eeuw, als bezittingen van het kapittel van Sint Marie in Utrecht.

ZUIDDAL
De in de laatste IJstijd ontstane glooiing ten westen van de oude weg naar Ommen, voorbij de EKELENBERG.

ZWARTE GAT
Naam van de bekende veenplas, nu natuurmonument met zeldzame flora en fauna. Genoemd naar de donkere kleur van het veenwater.

Gebruikte bron: Zeven eeuwen Zuidwolde, van Lammert Huizing, uitgegeven in 1975 door het gemeentebestuur van Zuidwolde als gedenkboek ter gelegenheid van het zevenhonderd-jarig bestaan.