't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Inwijding nieuwe school te Koekange

In ons archief vonden wij een gedicht van Geert Broekhuizen, geschreven bij gelegenheid van de inwijding van de nieuwe school te Koekange. Er blijkt uit onder welke barre omstandigheden de kinderen moesten leren in het oude schoolgebouw.

Bij de inwijding van de nieuwe school te Koekange

Op den tweeden Kerstdag 1872.


Ik ben er blijde om dat hier een school gebouwd is
Die net zoo ruim en nieuw als d' andre eng en oud is.
Blij, dat zoo veler wensch nu eindlijk is vervuld
Na jaren van behulp - een proeftijd voor 't geduld.
Weest blij, weest allen blij Koekanger ingezeetnen!
Een laag, bekrompen schooltje - och!
't Drukt op uw kindren als op den slaaf de keetnen
En, weet het! Somstijds zwaarder nog…
Dat klemmende op de borst dat noode ademhalen
In een bedorven, heete lucht -
Wie heeft het nooit gevoeld in opgepropte zalen
En om geen beetje tocht gezucht?
En dan die kindren - heele uren
Des daags, hun gansche jeugd aaneen
In zulk een lucht! Is 't te verduren,
Is 't draaglijk voor die kleinen? - neen!

De kloeke Batavier, die vader van ons volk,
Heeft in geen enge school zijn prille jeugd begraven
En wie zijn wij bij hem!… Wat waren die Bataven
Toch moedig, sterk en frank,en rijzig als een wolk!

Wat heeft dien grooten man, wiens jaardag wordt herdacht
Door heel de wereld heen met zangen en gebeden,
Toch vaak het ongewild zijn hulde toegebragt
Waar hij het schoonste leerde en 't schoonste heeft beleden.
Aan d' oevers van een meer of op een heuveltop
Sloeg deze meester liefst zijn ruime scholen op,
En 't "zalig"! uit zijn reinen mond
Vond echo's hier en daar, en klonk de wereld rond!

Wat is 't toch in den mensch dat hij zoo graag vertoeft
In 't veld? Is 't dat hij immer nog meer levenslucht behoeft
Omdat - maar neen nietwaar? Hij moet naar buiten gaan
Om 't gras, de wolkendrom, de boschjes en de bloemen,
Den vooglenpracht, de zon, te veel om op te noemen.
Ja, om al wat er is - dat alles trekt hem aan.
Hij ziet in stad en huis zoo heel veel dat verward
Dat stuitend is - dat hij niet goedschiks kan aanschouwen,
Dat hindert telkens hem, dat nijpt hem in het hart,
En sneller slaat zijn pols als daar in die landdauwen
Zijn oog en oor niets ziet of hoort dat stuit; want, zie
Een onverdorven hart en 't schoone is harmonie.

'k Ben blij, ook daarom blij, om u Koekanger kindren!
Voortaan zal dien verschoten kleur
't Gehavende van bank en deur
Van zoldering en muur en venster u niet hindren.
Met welgevallen zie uw oog
Voortaan den fraai gewelfde boog
Van 't schoon plafond, die effen wanden
Wit als sneeuw! 't Werk uwer handen
Zal beter zijn in zulk een zaal.
Uw aangeboren zin voor 't schoon zal verhoogen,
En schoonheidszin is deugd - wie anders spreekt, spreekt leugen.
Daarom nog eens: geluk met 't nieuwe schoollokaal!

Dec. 1872 G.B.


*****